Bouwbeschrijving om een varend Skûtsje te maken |
van "de twee gebroeders" uit Drachten U bent op pagina 2. |
Besturing:
Omdat er nu nog veel mogelijkheden zijn om de besturing in de opbouw van het Skûtsje mee te nemen heb ik er voor gekozen om (in tegenstelling tot veel modelbouwers) vanaf dit moment de besturing in te bouwen.
Voor de besturing van het grootzeil, fok en roer is het volgende aangeschaft,
- Een 6 kanaals S-FHSS Futaba zender T6J 2.4 GHz (Voordeel, geen uitstekende antenne. Nadeel, Bij nader inzien is er geen Nederlandse handleiding te vinden)
-
Als alternatief kan de nederlandse handleiding van de Futaba zender 6J-2.4 GHz gebruikt worden
- Twee Hitec servo's HS-785 HB (grootzeil en fok)
- Een Hitec roerservo HS-765 HB
- Met bijbehorende Futaba ontvanger R2006GS
Grootzeil en fok:
Om het grootzeil te besturen is een maximale giekuitslag (bij voor de wind varen) van 90 cm noodzakelijk. De servo HS-785 HB maakt 3,5 omwentelingen, met de bijbehorende trommel geeft dit een schootuitslag van 45 cm. De uitslag moet dus 2 maal verlengt worden om de vereiste lengte van 90 cm te halen. Dit doen we door in de rondlooplijn (loopt via de servo over de rode trommels) een katrol of ring te bevestigen die er voor zorgt dat deze de lijnlengte verdubbeld (zie principe schema). Om de rondlooplijn netjes naast elkaar op de trommel te laten lopen en zodoende de trommelomtrek gelijk te houden zijn de zeilservo's vertikaal gemonteerd en is er een 1 m/m stevige ronde lijn die weinig rekt gebruikt. Bij een horizontale gemonteerde trommel is kans groot dat de rondlooplijnen op elkaar gaan lopen groot waardoor de trommelomtrek groter wordt en de lijn bijzonder strak gespannen wordt. Niet ideaal maar veel modelbouwers monteren de servo's toch horizontaal en ondervangen dit probleem door een veer in de rondlooplijn op te nemen.
Zelf gekozen om alle apparatuur verhoogd op een rail te monteren (dus ook geen problemen als er water binnen komt) en de schootlijnen van grootzeil en fok vrij op de bodem te laten vallen. Bij "de Jubilé" werkt dit systeem prima.
Er kan natuurlijk ook een NI-CO-ROL of badge jojo (een z.g. rozenspanner) in de schootlijn opgenomen worden om de schootlijnen strak te houden. De ni-co-rol bestaat uit een veertrommel met nylondraad, hierdoor ontstaat er wel enige weerstand (veersterkte in rozenspanner) om grootzeil of fok bij weinig wind open te krijgen.
 |
 |
| Overzicht rondlooplijn grootzeil (geel) en servo fok | Ring voor verdubbeling van de lijnuitslag |
 |
De grootzeilschoot gaat via een ring voor verdubbeling van de uitslag door de geleidering links op foto, vervolgens via de dekdoorvoer naar de giek van het grootzeil. Het andere eind van de grootzeilschoot loopt via het buisje naar de laadruimte en wordt vastgezet op een kikker. Omdat de fokschoot via een tweede servo loopt is dit op dezelfde manier geregeld. De nylon plug is voor de bevestiging van het accupakket. Tip: In de praktijk blijkt de geleidering voor de nodige weerstand en ongewenste draaing rond de lijn zorgt, daarom is het beter om hiervoor een katrol op een geleideprofiel te gebruiken. |
Principe van de schootlijnverdubbeling met rondlooplijn:
 |
| Principe van schootlijnbediening zonder rondlooplijn: |
 |
| Proefopstelling DvK. Schootlijnverdubbeling zonder rondlooplijn (zie schema hierboven): |
 |
Om bij het horizontaal monteren van de zeilservo problemen met de rondlooplijn te vermijden (lijn van servotrommel aflopen en/of te veel spanning op lijn) heeft DvK een eenvoudiger systeem bedacht om fok of grootzeil te bedienen. Zoals te zien is blok B aan de linkerkant verbonden met de zeilservolijn en aan de rechterkant met de nylon lijn van de rozenspanner om de zeilservolijn strak te houden. Monteer e.a. zo dat de schootlijnen N1 en/of N2 bij weinig wind zonder problemen los op de bodem van het skûtsje kunnen vallen.
Demo filmpje van Dirk van Berkel over de zeilbediening van een Skûtsje
|
Principe genua besturing:
 |
Roerbesturing:
Om het roer te besturen zijn er twee pijpjes vanuit het laadruim door de kont gevoerd. Een RVS staaldraad zorgt via de servo voor de bediening. Ook de dekdoorvoer (komt 1,5 cm achter het roefeinde uit het dek) voor bediening van het grootzeil is te zien.
 |
 |
De twee messing pijpjes voor de RVS staaldraaddoorvoer lopen vanuit de laadruimte naar de kont en zijn d.m.v. een messing plaatje 0,5 m/m dik waterdicht op de kont gelijmd.
 |
Roerbediening via een messing strip 6 X 2 m/m hard gesoldeerd op messing rond 8 x 5 m/m. De twee delen verbonden met een draadeind van 3 m/m. |
Roertechniek DvK:
|
Dik van Kooij heeft een roertechniek ontwikkeld waarbij de bediening van buitenaf niet zichtbaar is. Er is gebruik gemaakt van messing of RVS staf 3 m/m met een omgezette hoek van ongeveer 60 graden. Bij draaien zorgt de hoek ervoor dat het roer zijn uitslag krijgt. Het afstellen heeft wel zijn aandacht nodig. Eenmaal afgesteld is het roer simpel te plaatsen of te verwijderen. |
Bevestiging roerservo, ontvanger, schakelaar en accupakket.
Op de foto is de rondlooplijn (geel) goed te zien. De schootlijn voor het grootzeil loopt via de ring in de omlooplijn en een geleidering naar het dek. Ook de pijpjes voor de roerbediening zijn te zien. In de beschrijving van de ontvanger wordt aangeraden om de antenne onder een hoek van 90 graden in het model te bevestigen. De twee zijarmen zorgen voor die 90 graden. De 5 penlite batterijen van 2200 Ma zitten in een 3/4 elektriciteit buis. Om de plus en min aansluiting aan een kant te houden is een RVS staf van 2 m/m buitenom aangebracht. Bestaat er (hoe gering ook) gevaar voor kortsluiting dan natuurlijk isoleren. Afhankelijk van het aantal penlites kan er op de juiste afstand (let op de veerdruk) een gaatje van 2 m/m door en door geboord worden om de verbinding met de plus te maken. De min wordt door het boutje met veerdruk verzorgt. De gaten van 10 m/m zijn voor het afvoeren van eventuele warmte tijdens het laden.
 |
 |
Zo beperk je de buislengte bij het koppelen van meerdere penlite's. |
RVS Bout 3 x 30 m/m met moer |
Spanten voor het mastluik en toegangsluik van het vooronder met dekdoorvoer voor de fok gemaakt.
Om de dekdoorgangen bij het pasmaken van het dek simpel af te tekenen worden alle opstaande randen voor de waterkeringen na pasmaken van het dek aangebracht.
 |
 |
|
Vooronderluik met dekdoorvoer fok |
Mastluik met spatwaterdichte mastaansluiting
|
|
 |
 |
|
| Besturing verwijderd om een beschermingslaag voor de bodemlat, mastvoet en spanten aan te brengen. | Bij veel wind wordt deze extra waterkering voor de mastvoet geplaatst. | |
Zwaarden:
De zwaarden worden gemaakt van hardhout of eiken 7 m/m dik met aan de buitenkanten rechte latten. De papieren mallen zijn op schaal uitgeprint zodat de buitenste latten (posten) en overige punten (tongen) op te meten zijn. We moeten op een lengte van 27 tot 30 cm en een breedte van 13 tot 16 cm uitkomen. Tijdens het lijmen gebruiken we folie om vastplakken op de vlakke plank en klemlatten te voorkomen. De kop wordt voorzien van een zwart geverfde messing plaat 0,5 m/m dik met daarop een witte ster waar de bevestigingsbout doorheen gaat. De buitenkant blijft vlak. De binnenkant wordt rondom tot de kop afgeschuind over een breedte van 15 tot 25 m/m tot we een dikte van 5 m/m aan de zijkant overhouden, het middendeel blijft weer vlak. Het zwaard is tot een paar cm voor de kop voorzien van aluminium/messing plat of halfrond 3 - 4 m/m breed. Zelf 3 X 1,5 m/m messing T profiel gebruikt dit was prima in de vorm te buigen, hiervoor een groefje rondom gefreesd.
 |
 |
| Stuurboord en bakboord zwaarden gelijmd en geklemd | Resultaat na lijmen en klemmen |
 |
 |
| Zwaarden a.d.h. van papieren mallen (27 x 15 cm) op maat gezaagd en bewerkt | Zwaarden gereed om te lakken |